Hoewel ik mijzelf wel degelijk als een intermediair tussen de stoffelijke en de geestelijke wereld beschouw, zou ik mijzelf toch geen medium willen noemen.
Begin jaren ’80 had ik voor het eerst contact met de geestelijke wereld, namelijk met een familielid dat net was overgegaan. Wij vroegen ons als nabestaanden af van welke bloemen hij hield, aangezien wij geen idee hadden van zijn bloemensmaak. Hij gaf spontaan antwoord. Het voelde heel vanzelfsprekend voor mij, maar toch durfde ik het niet tegen mijn familie te zeggen. Ik deed alsof ik het ook niet wist en legde na zijn begrafenis alsnog de gewenste bloemen op zijn graf.
Dit familielid bevond zich tijdens ons contact in zijn eigen sfeer in de geestelijke wereld.
De meeste mediums hebben contact met overledenen die naar de aarde zijn afgedaald. Bij mij is het andersom: ik reis zelf naar de geestelijke wereld en heb daar contact. Omdat dit een andere werkwijze is, wil ik mijzelf -­‐om verwarring te voorkomen-­‐ geen medium noemen.

Enkele jaren later ontdekte ik hoe je kunt ‘zielenschouwen’. Na eerst voldoende ervaring te hebben opgebouwd, begon ik een praktijk in zielenschouwen. Ik kijk voor mensen die zijn vastgelopen in hun ziel, en hun Hoge Zelf geeft mij de antwoorden. In onze ziel bevindt zich relevante informatie van al onze levens.
Al snel bleek dat cliënten vaak problemen hadden waarvan de oorzaak in een vorig leven lag. Het kan je helpen als je weet wat er in dat andere leven is gebeurd. Je ziet als het ware de link met eerdere -­‐vaak traumatische-­‐ gebeurtenissen. Dat alleen al kan ervoor zorgen dat je je huidige situatie beter kunt begrijpen en accepteren. Maar desondanks moet er aan de meeste problemen ook nog gewoon hard gewerkt worden.

Met deze ‘gave’ moet ik heel zorgvuldig omgaan. Ik stem mij alleen af als ik van mijn cliënt toestemming heb gekregen. En stel alleen de vragen die de cliënt wil weten. Bovendien moeten alle vragen een ontwikkelingsdoel dienen. Pure nieuwsgierigheid wordt meteen afgestraft, evenals materiële vragen.

Al deze kijkjes in de ziel en contacten in de geestelijke wereld, hebben ertoe geleid dat ik nu over een schat aan informatie beschik. In 1996 resulteerde dat in het schrijven van een boekje over reïncarnatie ‘Terugkeer in de moederschoot’ onder pseudoniem G. Vonk. In 2021 begon het wederom te kriebelen en zocht ik naar een manier om weer te kunnen schrijven. In verband met mijn werkzaamheden in De Rode Amaryllis is er voor het schrijven van een boek geen ruimte, maar gelukkig zijn blogs nu heel eigentijds. De perfecte manier voor mij om op allerlei levenslessen in te gaan. Diverse onderwerpen worden vanuit een geestelijke invalshoek belicht. Zo te denken vraagt nogal eens om een andere mindset en kan bovendien confronterend zijn. Maar bedenk dan: Je hoeft het er niet mee eens te zijn. Alles is op basis van vrijwilligheid. Maar uiteraard hoop ik wel dat je er wat aan hebt!

Monic Doevendans