Het was mij al eerder opgevallen, dat ik wel erg veel mensen met een aanleg voor psychoses ken.
Dat is zeker geen toeval, want deze aanleg heeft alles te maken met spiritualiteit. En dat is zoals je weet mijn werkterrein.
Helaas heeft de wetenschap geen idee van de achterliggende oorzaak van psychoses. Nu kan zij ook alleen maar met ‘aardse’ ogen kijken, terwijl de oorzaak in het bovennatuurlijke ligt. Van reïncarnatie en het bestaan van een geestelijke wereld hebben de geleerden geen weet. En toch heeft men juist deze kennis nodig om psychoses te kunnen begrijpen.
Wat is namelijk het geval? Ieder mens maakt in achtereenvolgende levens een ontwikkeling mee, die van grofstoffelijk naar fijnstoffelijk leidt. Een grofstoffelijk leven gaat gewoonlijk gepaard met veel hartstocht, in de betekenis van een ongeremde drang om aan een verlangen, begeerte te voldoen. Men heeft nog niet de beheersing om deze hartstochten te beteugelen en leeft zich ongegeneerd uit, bijvoorbeeld in drank, drugs, bezit, seks enz. Werkt men hard aan het beheersen van deze ongeremde verlangens, komt men steeds verder in zijn ontwikkeling. Uiteindelijk is er na heel veel levens een punt bereikt, waarin men van grofstoffelijk fijnstoffelijk is geworden. Een zeer goede prestatie!
Maar het is ook even wennen, want er gelden nu andere wetten. Je bent een heel stuk verder in je evolutie gekomen en daar worden hogere eisen aan je gesteld. Je bent nu zo fijngevoelig dat je ook openstaat voor de geestelijke wereld. Echter, het is in dit stadium nog te vroeg om hier iets mee te doen. Je mag je wel in geestelijke materie verdiepen, maar er bijvoorbeeld niet je werk van maken. Je prioriteit moet nu liggen bij je fijngevoeligheid een stevige, aardse fundering te geven. Bijvoorbeeld door hechte sociale contacten en relaties, bezigheden met structuur en regelmaat, coaching, medicijnen etc.
Wat heeft dit allemaal met psychoses te maken? Welnu, het is dit stadium in de menselijke ontwikkeling dat psychoses veroorzaakt. Een ieder van ons heeft dit ooit meegemaakt, zit er middenin of gaat het nog meemaken. De ongeremde verlangens die de grofstoffelijke nog probleemloos kon uitleven, leiden in het fijngevoelige leven tot psychoses.
De stemmen die je in een psychose hoort, zijn van wezens uit de laagste sferen. Zij zijn dood, maar accepteren dat niet. Zij zoeken op aarde continu naar mensen die voor hen openstaan. Via jou kunnen ze hun leven op aarde voortzetten.
In deze levensfase ben je extra kwetsbaar voor deze astrale entiteiten. Deze wezens kunnen je echter alléén bereiken als je trilling extreem laag is (depressie), of als er ongeremde verlangens zijn. Ook emotionele gebeurtenissen, overbelasting, verslavingen of andere extremen kunnen psychoses uitlokken. Hoe beter je leven in balans is, des te minder last je hiervan hoeft te hebben.
Toen je nog grofstoffelijk was, leefden deze wezens zich door jou uit. Nu je fijnstoffelijk bent geworden, proberen ze dat nog steeds, maar dat is nu niet meer de bedoeling. In een volgend leven ben je weliswaar nog steeds fijnstoffelijk, maar heb je geleerd hiermee om te gaan. De psychoses behoren dan tot het verleden. Deze levensfase draait dus om het vinden van een zeer stabiele, aardse balans en dat is hard werken. Maar al dat harde werk wordt uiteindelijk beloond met weer een hogere trede in je geestelijke evolutie.